De plannen voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn, nieuwe spoorlijnen die de noordelijke provincies van Nederland met de Randstad en het oosten moeten verbinden liggen voorlopig stil. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat liet woensdagavond na overleg in Den Haag met de commissarissen van de Koning uit Groningen, Friesland en Drenthe weten dat er voorlopig geen vervolgonderzoek zal worden gedaan naar de aanleg en financiering van deze spoorprojecten. Dit besluit komt als verrassing, aangezien beide projecten zowel in het regeerakkoord als de troonrede zijn genoemd.
Hoewel de regering eerder 3 miljard euro reserveerde voor de Lelylijn, blijken de kosten aanzienlijk hoger te liggen dan eerder geraamd. De Nedersaksenlijn, met een geschatte kostprijs van 1,7 miljard euro, heeft tot nu toe slechts 85 miljoen euro aan toegezegde middelen.
Lelylijn: Verbinding tussen Groningen en de Randstad
De Lelylijn, een voorgestelde treinverbinding van Groningen naar Lelystad, zou de reistijd naar de Randstad met ongeveer 45 minuten kunnen verkorten, een aanzienlijke besparing voor reizigers uit het noorden. Het kabinet had aanvankelijk aangegeven deze snelle verbinding te willen realiseren. Maar recente kostenberekeningen geven aan dat de bouwkosten variëren van 8 tot 21,4 miljard euro, afhankelijk van de gekozen route, waarbij de meest waarschijnlijke variant op 13,8 miljard euro wordt geraamd. De hogere kosten maken dat het project vooralsnog in de ijskast belandt.
Nedersaksenlijn: Kansen voor regionale ontwikkeling
Ook voor de Nedersaksenlijn, die Groningen met Enschede moet verbinden, blijft verdere ontwikkeling voorlopig uit. De Stichting Nedersaksenlijn presenteerde deze week een nieuw bidbook aan de Tweede Kamer, waarin de voordelen van deze spoorlijn werden uiteengezet. De kosten worden geschat op 1,7 miljard euro, maar de stichting benadrukt dat de lijn zichzelf terug kan verdienen. Zij verwachten dat de nieuwe verbinding economische kansen zal scheppen door nieuwe investeringen en werkgelegenheid aan te trekken. Met een volledige spoorlijn tussen Stadkanaal en Emmen zou de verbinding niet alleen banen en onderwijsprojecten kunnen bevorderen, maar ook de woningbouw en andere infrastructuur in de regio stimuleren.
Melle Mulder, voorzitter van de stichting, wijst op de potentiële opbrengsten: naar schatting zou de aanleg leiden tot 4,7 miljard euro aan belastinginkomsten, vooral dankzij geplande woningbouw en bedrijvenontwikkeling langs de lijn.
Noordelijke provincies blijven campagne voeren
Ondanks het besluit tot uitstel zetten de noordelijke provincies hun inspanningen voort. Met steun van de coalitiepartijen BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC), wordt staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer gevraagd om meer duidelijkheid.
René Paas, commissaris van de Koning in Groningen, benadrukt dat de 75 procent-norm – een richtlijn die investeringen in onhaalbare projecten moet voorkomen – niet van toepassing zou moeten zijn op de Lelylijn en Nedersaksenlijn, gezien de gunstige economische perspectieven. De Tweede Kamer zal op 25 november verder debatteren over deze spoorprojecten. Mocht er voldoende politieke steun blijven bestaan, dan bestaat de mogelijkheid dat de plannen voor aanleg alsnog worden doorgezet.