De aanleg van de Lelylijn, de beoogde spoorlijn tussen de Randstad en het noorden van Nederland, zal aanzienlijk duurder uitvallen dan oorspronkelijk begroot. Waar in eerste instantie 3 miljard euro was gereserveerd, worden de kosten nu geraamd op minimaal 13,8 miljard euro. Dit blijkt uit een recent onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur. Staatssecretaris Jansen (openbaar vervoer) zal de Tweede Kamer vandaag informeren over deze financiële tegenvaller.
Voordelen van de Lelylijn
Ondanks de oplopende kosten zien het Rijk, betrokken regio’s en de Europese Unie voordelen in de aanleg van de Lelylijn. De spoorlijn wordt gezien als een stimulans voor zowel economische groei als ruimtelijke ontwikkeling. Het project kan nieuwe woon- en werkgebieden ontsluiten en de verbindingen tussen Groningen, Leeuwarden en andere steden in Nederland verbeteren. Bovendien zou de lijn mogelijk tienduizenden banen kunnen opleveren, vooral als steden als Drachten, Lelystad en Emmeloord worden betrokken. Eerder al kreeg het plan steun van coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB.
Financieringsproblemen en vertragingen
De hogere kosten vormen echter een groot obstakel voor de realisatie van de Lelylijn. Staatssecretaris Jansen zal aankondigen dat alternatieve opties voor het project eveneens aanzienlijk duurder zijn, met schattingen variërend tussen de 6 en 21 miljard euro. Om de financiële tekorten te dichten, wil Jansen een beroep doen op de noordelijke provincies en Europese steun aanvragen.
Hoewel de Lelylijn is goedgekeurd als onderdeel van het Europese TEN-T spoornetwerk, is het beschikbare Europese budget op dit moment uitgeput. Nieuwe financiering vanuit de EU is pas vanaf 2028 beschikbaar. Bovendien moet voor grootschalige infrastructuurprojecten, zoals bepaald in Nederland, 75% van de financiering van tevoren geregeld zijn, wat bij de Lelylijn nog niet het geval is. Hierdoor dreigt verdere vertraging.
Toekomst van het project
In november wil Jansen in gesprek gaan met de noordelijke provincies om te bepalen of het project kan doorgaan of dat de aanleg voorlopig moet worden uitgesteld. Zonder extra financiële bijdragen lijkt uitstel onvermijdelijk.
Ook kosten Nedersaksenlijn stijgen
Niet alleen de Lelylijn kampt met financiële problemen. De Nedersaksenlijn, een spoorverbinding tussen Groningen en Enschede, kent eveneens grote tekorten. Staatssecretaris Jansen zal de Tweede Kamer informeren dat er nog eens 1,7 miljard euro extra nodig is om dit project te realiseren, een bedrag dat momenteel niet beschikbaar is. Dit zorgt voor extra druk op de voortgang van beide spoorprojecten.