De prijs van het treinkaartje gaat in 2026 omhoog met naar verwachting 6 tot 9 procent. NS had ook voor volgend jaar graag afspraken gemaakt met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de prijsstijging te beperken, maar het kabinet kiest er dit keer niet voor om financieel bij te dragen.
NS beperkt prijsstijging zelf
Ondanks het ontbreken van een financiële bijdrage van het kabinet, neemt NS zelf maatregelen om de stijging te beperken. Zonder deze inzet zou de prijs met ongeveer 12 procent stijgen. De definitieve prijsverhoging wordt in het najaar vastgesteld, na advies van consumentenorganisaties.
Oorzaken van de prijsstijging
De stijging is een combinatie van de verwachte inflatie in 2026, de inhaalslag van achterstallige inflatie uit eerdere jaren en mogelijk hogere gebruikskosten aan ProRail. NS wil voorkomen dat reizigers de volledige achterstallige inflatie alleen moeten dragen.
Besparingen en impact op reizigers
Om dit mogelijk te maken, voert NS besparingsmaatregelen door. Dit leidt helaas tot gevolgen voor reizigers, zoals het stoppen met de verkoop van de Jongerendagkaart. Daarnaast bespaart NS jaarlijks 200 miljoen euro door het inkrimpen van het hoofdkantoor en het terugdringen van kosten op inhuur, IT en huisvesting.
Prijsontwikkeling in voorgaande jaren
In voorgaande jaren steeg de prijs van het treinkaartje alleen met de verwachte inflatie, terwijl de werkelijke inflatie hoger lag. Hierdoor bleef de prijsontwikkeling achter bij de kostenstijging. In 2024 bleef de prijs gelijk, terwijl de prijs in 2025 met 6,18 procent steeg na afspraken met het ministerie.