Het Koninklijk rijtuig heeft zijn laatste rit gemaakt en is officieel overgedragen aan het Spoorwegmuseum. Wouter Koolmees, president-directeur van NS, en oud-machinist Geert Zinger overhandigden symbolisch een pentekening en de sleutel van het rijtuig aan Leontien Lems, directeur-bestuurder van het museum.
Het rijtuig, dat aan het einde van zijn levensduur is, krijgt een ereplaats in het museum, waar het voor het publiek toegankelijk zal zijn. Hoewel het rijtuig niet langer in dienst is, benadrukte Koolmees dat de NS koninklijke reizen met de trein nog steeds mogelijk maakt.
Einde van een tijdperk
De pensionering van het Koninklijk rijtuig markeert het einde van een lange traditie van koninklijke treinreizen. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima maakten vorig jaar tijdens een staatsbezoek aan België hun laatste rit in het rijtuig.
De geschiedenis van koninklijke treinreizen gaat terug tot 1839, toen de toekomstige Koning Willem II met zijn gezin een rit maakte in het meest luxueuze rijtuig van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM). Sindsdien hebben alle Nederlandse monarchen, inclusief Prinses Amalia, regelmatig de trein genomen.
In de loop der jaren zijn er verschillende Koninklijke rijtuigen gebouwd en vervangen. Het laatste rijtuig, de SR10, werd begin jaren negentig ontworpen op basis van een bestaand Intercity Rijtuig 1e klasse.